SLO vindt het belangrijk dat de actualisatie van de kerndoelen voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs op een verantwoorde wijze gebeurt. Per leergebied is daarom een team samengesteld. Het team van bewegen en sport bestaan uit leraren po, leraren onderbouw vo, vakexperts, curriculumexperts en een procesregisseur. Stap voor stap werken zij samen toe naar conceptkerndoelen. Ook krijgt ieder team een advieskring, die bestaat uit een vertegenwoordiging van de onderwijspraktijk. Lees meer over wat de advieskring doet en welke organisaties in de advieskring zitten.
Daarnaast geeft de klankbordgroep specifieke onderwijsbehoeften het team advies over de haalbaarheid en herkenbaarheid van de karakteristiek en de kerndoelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
SLO is in 2022 gestart met de actualisatie van de vier basisvaardigheden: Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Dit was een politieke keuze, omdat er veel aandacht is voor de versterking van de basisvaardigheden. Want basisvaardigheden moeten structureel goed omschreven staan in het curriculum. De minister van po en vo gaf SLO in het voorjaar van 2023 de opdracht om ook te starten met de actualisatie van de vijf overige leergebieden. Dat zijn bewegen en sport, kunst en cultuur, mens en maatschappij, mens en natuur en moderne vreemde talen. Ieder kerndoelenteam ontwikkelt in ongeveer 12 maanden een set conceptkerndoelen voor dat leergebied.
Nadat de kerndoelenteams dat hebben opgeleverd, start SLO met de volgende fase: het beproeven op bruikbaarheid in de onderwijspraktijk. Scholen geven dan feedback op de conceptkerndoelen. De opbrengsten van deze fase worden verwerkt in de definitieve conceptkerndoelen.
Meer weten? Bekijk de infographic. Daarin vind je tijdlijnen en meer informatie over iedere fase.
De conceptkerndoelen bestaan uit aanbodsdoelen (gericht op de school) en beheersings- en ervaringsdoelen (gericht op de leerling). Ze beschrijven de inhouden van het onderwijs in termen van kennis, vaardigheden en houdingen en bevatten een zogenaamde doelzin en uitwerking. Hiermee wordt de opdracht aan de school concreter geformuleerd en wordt duidelijk omschreven wat iedere leerling eind groep 8 en aan het eind van de onderbouw in het voortgezet onderwijs moet kennen, kunnen en ervaren. Deze doelen gelden eveneens voor alle leerlingen in het (voortgezet) gespecialiseerd onderwijs met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs.
De huidige kerndoelen zijn ruim en globaal beschreven, waardoor ze leraren nauwelijks houvast geven. De nieuwe conceptkerndoelen zijn daarom concreter geformuleerd. Ze kennen bovendien een vaste opbouw. Elk kerndoel begint met het doel op hoofdlijnen. Deze doelzin beantwoordt drie vragen:
Onder elke doelzin staat een uitwerking, onder het kopje ‘het gaat hierbij om’. De doelzin en deze uitwerking zijn een logisch, consistent en afgebakend geheel, en vormen het wettelijke doel. Tot slot is bij ieder doel nog een inhoudelijke toelichting gegeven. Onder het kopje ‘te denken valt aan’ staan voorbeelden van toepassingen of mogelijke contexten waarbinnen aan het doel kan worden gewerkt. Deze toelichting is voorbeeldmatig en het is geen onderdeel van de formele kerndoelen. Een leraar kan dus zelf invulling geven aan de manier waarop er aan het doel wordt gewerkt.
We hebben definitieve conceptkerndoelen ontwikkeld voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voorgezet onderwijs en het (voortgezet) gespecialiseerd onderwijs. Daarnaast is ervoor gekozen om bij een aantal kerndoelen ook aanvullende kerndoelen en/of uitwerkingen voor leerjaar 3 van havo en vwo te formuleren, als een goede doorstroom naar de bovenbouw havo en vwo hierom vraagt.
Ja, ook met deze conceptkerndoelen blijft er ruimte voor de eigen schooldoelen. De totale set conceptkerndoelen beschrijft inhouden voor ongeveer 70% van het totale curriculum. Dat betekent dat er ruimte blijft voor iedere school om te bepalen waar zij extra accenten willen leggen en hoe zij de beschikbare onderwijstijd willen verdelen over de leergebieden. Dat kan per school, populatie en context verschillen. Het landelijk curriculum moet ook ruimte laten om aan eigen doelen te werken en de schoolidentiteit vorm te geven.
Wanneer de kerndoelen wettelijk vastgesteld zijn, gelden deze doelen voor alle scholen in Nederland. Dat betekent dat in principe alle leerlingen hiermee te maken krijgen. Keuzes over de inrichting, didactiek en pedagogiek van onderwijs blijven natuurlijk aan scholen zelf.
Voor leerlingen die zeer moeilijk lerend zijn of een meervoudige beperking hebben, ontwikkelt SLO functionele kerndoelen. Het gaat hier ook om de leerlingen die uitstromen naar de arbeidsmarkt en dagbesteding. Functionele kerndoelen zijn praktijkgericht en gericht op relevantie voor werk/dagbesteding en een passende plek in de maatschappij. Functionele kerndoelen gelden als streefdoelen. Een school kan een beredeneerd onderwijsaanbod samenstellen afgestemd op het leerpotentieel van de leerling.
Tijdens de fase van beproeven wordt geïnventariseerd wat scholen en leraren nodig hebben om met de geactualiseerde kerndoelen te kunnen werken. SLO zal in ieder geval leerlijnen en andere ondersteunende materialen uitwerken en opleveren. Het ministerie van OCW onderzoekt o.a. met SLO onderzoeken welke ondersteuning scholen nodig hebben bij de verdere implementatie.
De werkopdracht geeft aan dat geactualiseerde kerndoelen aan moeten sluiten bij actuele ontwikkeling in samenleving en onderwijs. Daarnaast dienen kerndoelen concreter te worden, zodat ze beter aangeven wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren. Dit betekent dat de methodes waar nodig geactualiseerd zullen worden. SLO betrekt daarom leermiddelenmakers vanaf het begin bij de actualisatie en informeert hen van de ontwikkelingen per leergebied. Het blijft de verantwoordelijkheid van de school om de kerndoelen te realiseren, ongeacht welke methode daarbij wordt gebruikt.
De onderwijsinspectie houdt toezicht op scholen op basis van de wet. Kerndoelen staan ook momenteel al in de wet. In die zin verandert er niets in het toezicht. Alleen de inhoud van de kerndoelen waarop het toezicht zich richt zal veranderen.