Leerlingen moeten minimaal in aanraking komen met drie kunstdisciplines. Daarbij zijn beeldende vorming en muziek verplicht. Dit is in overeenstemming met de wet. Daarnaast moet de school minimaal één andere discipline aanbieden en een keuze maken uit dans, film of theater.
Alle kunstdisciplines zijn van elementaire waarde voor de brede ontwikkeling van een leerling. In deze vakken kunnen leerlingen ook examen doen in de bovenbouw. Daarom is er niets geschrapt. Er is wel beoogd focus aan te brengen in het onderwijs en overladenheid terug te dringen. Het staat scholen vrij om alle vijf genoemde disciplines in hun curriculum aan bod te laten komen en bijvoorbeeld extra accenten te leggen op mode of design.
De school maakt zelf de vertaling van de kerndoelen naar een onderwijsprogramma. Bij kunst en cultuur kan de school bijvoorbeeld zelf kiezen hoe de taakverdeling is tussen groepsleerkrachten en (ingehuurde) vakleerkrachten. En op sommige scholen is er een cultuurcoördinator beschikbaar die bijvoorbeeld de contacten met culturele instellingen onderhoud.