Blog: “Waarom deden we dit niet bij Nederlands?”

Redactie Geplaatst op 17 mei 2023 Blog

Gedurende een jaar werken teams aan het actualiseren van de kerndoelen. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk? Voor welke uitdagingen staan zij? In deze blogserie schrijven leden van de teams over wat zij meemaken tijdens dit bijzondere proces. Deze keer: Geert van Rooijen, vakexpert gericht op vo en lid van het kerndoelenteam Nederlands.

foto Geert van Rooijen


“Waarom deden we dit niet bij Nederlands?”

Over de actualisatie van de kerndoelen, een bevlogen team en gemotiveerde leerlingen

Door Geert van Rooijen


Iedereen kent de krantenkoppen: Leerlingen kunnen en willen niet meer lezen! Het is slecht gesteld met de schrijfvaardigheid van onze leerlingen. Hoe bereiden we onze leerlingen voor op een multimediaal informatiedoolhof?


De afgelopen jaren merkte ik het aan den lijve: eerst in het vo waar Nederlands echt niet het meest populaire vak was, en nu ook op de lerarenopleiding, waar studenten ontdekken dat het schoolvak echt wel meer behelst dan een d of t achter een werkwoord of het verband tussen alinea 3 en 4 in een tekst.


“Waarom deden we dit niet bij Nederlands?” verzuchten studenten nog wel eens als ik uitleg dat je op gevoel al kan vertellen dat er bij “ik werk” geen lijdend voorwerp volgt, maar bij “ik geef” wel, want je geeft bijna altijd “iets”. En dan laat ik nog even buiten beschouwing dat goed vaardig zijn in taal natuurlijk essentieel is voor alle andere leertaken op school.


Leerlingen dit inzicht in taal geven, lijkt niet te lukken met de huidige kerndoelen, alle goede bedoelingen ten spijt. De huidige kerndoelen zijn veel te veel gericht op het aanleren van de taalvaardigheden, zonder dat de kennis die je daarvoor nodig hebt geëxpliciteerd is. Daardoor zien leerlingen niet dat het lezen van een goed betoog meteen heel veel informatie oplevert voor het schrijven van een eigen betoog. Hetzelfde geldt voor creatief schrijven. Laat leerlingen een sprookje verzinnen en ze zullen daarna het volgende sprookje veel beter begrijpen omdat ze zich bewust zijn van het taalspel. De nood voor een ander programma is aan de man. En ik mag deel gaan uitmaken van het team dat hieraan werkt.


Dat team is een belangrijk punt. Altijd spannend als je met vijftien onbekenden bij elkaar gezet wordt voor een klus als deze. Binnen een jaar naar vijfendertig conceptkerndoelen verspreid over primair en voortgezet onderwijs. Maar vanaf dag een was het gevoel goed. Een divers team, zeker, met veel verschillende expertises, collega’s met de poten in de klei op basisscholen en in het voortgezet onderwijs, collega’s van de pabo’s en lerarenopleidingen en curriculumexperts van SLO. Al snel bleek dat we goed naar elkaar konden luisteren, allemaal begeesterd waren van ons vak en dat we met elkaar konden lachen. Dat we in januari ook met elkaar zouden huilen, wisten we toen natuurlijk nog niet: het plotse verlies van onze procesregisseur Ron Bosman laat een diepe groef na.


Voor de zomer moeten de conceptkerndoelen er liggen. Een serieuze verantwoordelijkheid die we allemaal voelen. Dus er wordt gewikt en gewogen: welk handelingswerkwoord past hier beter, “verklaren” of “benoemen”? Gaan we wel of niet het woord “literatuur” gebruiken, of ligt dat in het werkveld gevoelig? Hoe zorgen we ervoor dat de doelen inclusief genoeg zijn, zodat leerlingen met een talige beperking toch het doel kunnen halen?


Dit proces vergt tijd. Tijd die we misschien nooit genoeg hebben om het perfect te doen, maar die nu wel heel krap bemeten voelt. Gelukkig zijn er curriculumexperts Jocelijn Pleumeekers en Joanneke Prenger die de beperkte tijd zo efficiënt mogelijk inzetten en kunnen we rekenen op kritische maar ook constructieve ogen van een uitgebreide advieskring met achterban.


We halen feedback op bij symposia, raadplegen experts als we ergens niet uit komen en lichten voor collega’s uit het veld af en toe een tipje van de sluier op. Zo bouwen we vertrouwen op. Vertrouwen dat alle collega’s in het land met behulp van de kerndoelen ook de mooiste inhouden vorm kunnen geven.


Op die manier krijgen we namelijk leerlingen die zich bewust zijn van hoe taal werkt. En ervaren leerlingen hoe mooi taal kan zijn.


Wil je meer lezen over de tussenproducten waar het team aan werkt? En hoe de samenwerking gaat met de advieskring? Lees dan hier het interview met Herman Franssen (procesregisseur), Boukje Bruins (voorzitter advieskring) en Gerriën Groen (leraar vo en lid van het team).

Gedurende een jaar werken teams aan het actualiseren van de kerndoelen. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk? Voor welke uitdagingen staan zij? In deze blogserie schrijven leden van de teams over wat zij meemaken tijdens dit bijzondere proces. Deze keer: Geert van Rooijen, vakexpert gericht op vo en lid van het kerndoelenteam Nederlands.

foto Geert van Rooijen


“Waarom deden we dit niet bij Nederlands?”

Over de actualisatie van de kerndoelen, een bevlogen team en gemotiveerde leerlingen

Door Geert van Rooijen

Iedereen kent de krantenkoppen: Leerlingen kunnen en willen niet meer lezen! Het is slecht gesteld met de schrijfvaardigheid van onze leerlingen. Hoe bereiden we onze leerlingen voor op een multimediaal informatiedoolhof?

De afgelopen jaren merkte ik het aan den lijve: eerst in het vo waar Nederlands echt niet het meest populaire vak was, en nu ook op de lerarenopleiding, waar studenten ontdekken dat het schoolvak echt wel meer behelst dan een d of t achter een werkwoord of het verband tussen alinea 3 en 4 in een tekst.

“Waarom deden we dit niet bij Nederlands?” verzuchten studenten nog wel eens als ik uitleg dat je op gevoel al kan vertellen dat er bij “ik werk” geen lijdend voorwerp volgt, maar bij “ik geef” wel, want je geeft bijna altijd “iets”. En dan laat ik nog even buiten beschouwing dat goed vaardig zijn in taal natuurlijk essentieel is voor alle andere leertaken op school.

Leerlingen dit inzicht in taal geven, lijkt niet te lukken met de huidige kerndoelen, alle goede bedoelingen ten spijt. De huidige kerndoelen zijn veel te veel gericht op het aanleren van de taalvaardigheden, zonder dat de kennis die je daarvoor nodig hebt geëxpliciteerd is. Daardoor zien leerlingen niet dat het lezen van een goed betoog meteen heel veel informatie oplevert voor het schrijven van een eigen betoog. Hetzelfde geldt voor creatief schrijven. Laat leerlingen een sprookje verzinnen en ze zullen daarna het volgende sprookje veel beter begrijpen omdat ze zich bewust zijn van het taalspel. De nood voor een ander programma is aan de man. En ik mag deel gaan uitmaken van het team dat hieraan werkt.

Dat team is een belangrijk punt. Altijd spannend als je met vijftien onbekenden bij elkaar gezet wordt voor een klus als deze. Binnen een jaar naar vijfendertig conceptkerndoelen verspreid over primair en voortgezet onderwijs. Maar vanaf dag een was het gevoel goed. Een divers team, zeker, met veel verschillende expertises, collega’s met de poten in de klei op basisscholen en in het voortgezet onderwijs, collega’s van de pabo’s en lerarenopleidingen en curriculumexperts van SLO. Al snel bleek dat we goed naar elkaar konden luisteren, allemaal begeesterd waren van ons vak en dat we met elkaar konden lachen. Dat we in januari ook met elkaar zouden huilen, wisten we toen natuurlijk nog niet: het plotse verlies van onze procesregisseur Ron Bosman laat een diepe groef na.

Voor de zomer moeten de conceptkerndoelen er liggen. Een serieuze verantwoordelijkheid die we allemaal voelen. Dus er wordt gewikt en gewogen: welk handelingswerkwoord past hier beter, “verklaren” of “benoemen”? Gaan we wel of niet het woord “literatuur” gebruiken, of ligt dat in het werkveld gevoelig? Hoe zorgen we ervoor dat de doelen inclusief genoeg zijn, zodat leerlingen met een talige beperking toch het doel kunnen halen?

Dit proces vergt tijd. Tijd die we misschien nooit genoeg hebben om het perfect te doen, maar die nu wel heel krap bemeten voelt. Gelukkig zijn er curriculumexperts Jocelijn Pleumeekers en Joanneke Prenger die de beperkte tijd zo efficiënt mogelijk inzetten en kunnen we rekenen op kritische maar ook constructieve ogen van een uitgebreide advieskring met achterban.

We halen feedback op bij symposia, raadplegen experts als we ergens niet uit komen en lichten voor collega’s uit het veld af en toe een tipje van de sluier op. Zo bouwen we vertrouwen op. Vertrouwen dat alle collega’s in het land met behulp van de kerndoelen ook de mooiste inhouden vorm kunnen geven.

Op die manier krijgen we namelijk leerlingen die zich bewust zijn van hoe taal werkt. En ervaren leerlingen hoe mooi taal kan zijn.

Wil je meer lezen over de tussenproducten waar het team aan werkt? En hoe de samenwerking gaat met de advieskring? Lees dan hier het interview met Herman Franssen (procesregisseur), Boukje Bruins (voorzitter advieskring) en Gerriën Groen (leraar vo en lid van het team).

wil je dit delen?

blijf op de hoogte

Altijd als eerste op de hoogte van de laatste ontwikkelingen? Meld je dan aan voor onze automatische updates. Je ontvangt dan een mail als wij een nieuwsbericht plaatsen.

Aanmelden updates

* zijn verplicht
Leergebieden